Dit artikel verscheen in FORUM+ vol. 22 nr. 3
De relevantie van Henrik Ibsen. Een reflectie vanuit de toneelpraktijk
Evgenia Brendes, Lauranne Paulissen
Koninklijk Conservatorium Antwerpen
Aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen wordt in de spellessen weinig aandacht besteed aan het werk van Henrik Ibsen. De Vlaamse theaterwereld grijpt daarentegen wel vaak terug naar zijn teksten: Ibsens toneelwerken zijn dus nog relevant in de eenentwintigste eeuw. Waarom zijn Ibsens teksten nu nog van belang? Hoe lenen zijn teksten zich tot een hedendaagse opvoering? In maart 2015 hebben we het voorlopige resultaat van het onderzoek dat we voerden, aan het publiek getoond in de vorm van een voorstelling, Den Ibsen-tvilling. Deze bijdrage is een reflectie van ons onderzoeksproces.
At the Royal Conservatoire Antwerp, the acting classes do not pay much attention to the work of Henrik Ibsen. The Flemish theatre world, on the other hand, often revisits his texts: Ibsen’s plays are still relevant in the twenty-first century. Why are Ibsen’s texts still of interest today? How does such a text lend itself to contemporary performance? In March 2015, we presented Den Ibsen-tvilling to an audience in the form of a performance. This contribution is a reflection of our research process.
Naar welke teksten van Ibsen wordt vandaag nog teruggegrepen? Waarin bestaat hun relevantie? En hoe gaan wij daar vandaag, als acteurs of regisseurs, mee om?
Inleiding
In maart 2015 hebben we het voorlopige resultaat van een klein onderzoeksproject (Koninklijk Conservatorium Antwerpen, AP Hogeschool) in de vorm van een voorstelling, Den Ibsen-tvilling,1 aan het publiek getoond. De opvoeringstekst was het resultaat van een onderzoek naar en reflectie over het werk van de Noorse toneelschrijver Henrik Johan Ibsen (1828-1906). Theatermaker Bas Teeken begeleidde het project; dramaturgische hulp kwam van Johan Thielemans. Daarna hebben we samengewerkt met toneelauteur en acteur Willem de Wolf en nog drie voorstellingen gespeeld.2
Onze toneeltekst is een compilatie van het leven en het werk van Henrik Ibsen. Ibsen trok ons aan als onderzoeksonderwerp vanwege zijn vooruitstrevende, ‘feministische’ stukken en zijn titel van ‘vader van het moderne drama’.3 Vlaamse theatermakers grijpen bovendien graag terug naar zijn toneelteksten. Maar waarin bestaat Ibsens relevantie vandaag? Waarom zijn Ibsens teksten nog van belang? En hoe leent zo’n tekst zich tot een hedendaagse opvoering?
Analyse van Ibsens werk en leven
Eerst verdiepten we ons in Ibsens leven. We ontdekten dat Ibsen, als persoon, helemaal niet zo vooruitstrevend was als zijn stukken doen vermoeden. Zijn ‘feministische’ teksten waren populair, maar hij had daar, naar eigen zeggen, geen enkele feministische intentie mee. Ibsen wilde in de eerste plaats neutraal blijven. Hij wou enkel beschrijven wat hij zag in zijn omgeving. We leren plots een nieuwe Ibsen kennen, een Ibsen met burgerlijke idealen. Deze Ibsen kunnen we maar moeilijk koppelen aan het beeld dat zijn stukken ons van hem geven.4
Een groot deel van zijn oeuvre bestaat uit politiek geëngageerde stukken, zoals Steunpilaren van de maatschappij, waarin Ibsen corruptie en onrecht in de samenleving aanklaagt.5 Die politieke dimensie maakt veel van zijn teksten erg actueel, zoals ook blijkt uit onderstaand fragment uit John Gabriel Borkman (1896).6 Die toneeltekst gaat over een bankdirecteur die door verkeerde investeringen een bank failliet deed gaan; de directeur ‘speelde’ met het geld van de gewone burger, zonder diens medeweten. Uit het geciteerde fragment blijkt dat John Gabriel Borkman geen verantwoordelijkheid wil opnemen voor zijn vergissingen. Hij wil zijn fouten niet erkennen. Dit doet denken aan de interviews met Maurice Lippens, na de crisis bij Fortis in 2008. Hieronder een fragment uit John Gabriel Borkman en uit een interview met Maurice Lippens.7 De gelijkenis is treffend:
Borkman: Ja, maar ik die miljoenen tevoorschijn had kunnen roepen! Al die bergwerken die ik ondernomen zou hebben! [...] Alles, alles zou ik alleen tot stand gebracht hebben! [...] Die gedachte! Ik was zo dicht bij het doel. Had ik maar acht dagen tijd gehad om raad te schaffen.
Lippens: De DNB heeft ons bij die overname verlamd. Ze hebben ons lastiggevallen met duizenden vragen. Ze hebben onze tijd verspild. We hebben maanden verloren. Was dat niet gebeurd, dan hadden we misschien de hand kunnen leggen op die 30 miljard liquiditeiten en zouden we dus niet zo zwaar in de problemen zijn gekomen.
De politiek-economische stukken zijn nog relevant, zo blijkt, maar zijn Ibsens andere teksten, zoals Een poppenhuis en Hedda Gabler, dat ook? Rond scheiding, een centraal thema in deze stukken, bestond in de negentiende eeuw een taboe. Is dat in de hedendaagse maatschappij nog steeds het geval? Volgens de huidige statistieken is scheiding eerder een norm dan een uitzondering.8 Hoe kan dat dan nog een taboe zijn? Statistieken reflecteren natuurlijk niet de echte ervaring van een scheiding. Een scheiding is nooit een pijnloze, alledaagse gebeurtenis voor de betrokkenen. Bovendien verlaat Nora in Een poppenhuis behalve haar man ook haar kinderen voorgoed. Daar bestaat vandaag nog steeds een taboe rond. Een moeder die niet van haar kinderen houdt, choqueert.
Verhouding tot Ibsen vandaag
Ons onderzoek naar het werk van Ibsen toonde aan dat veel stukken van de Noorse auteur nog steeds relevant zijn voor hedendaagse theatermakers en hun publiek. Ibsens werk is immers erg veelzijdig en laat verschillende interpretaties toe. Zowel zijn feministische als zijn politiek-economische stukken waren vernieuwend in de negentiende eeuw en zijn, mits kleine aanpassingen, gemakkelijk te transponeren naar de tijd waarin wij leven. De moeilijkheid ligt erin om met Ibsens verhouding tot zijn eigen stukken om te gaan. Hij vertegenwoordigde namelijk zijn persoonlijke standpunten niet openlijk in die stukken. Hierdoor kan het lijken alsof hij het stuk ontkracht.
Moet je als lezer of speler daarmee rekening houden? Is het zo dat de schrijver inderdaad geen enkele verantwoordelijkheid draagt ten opzichte van wat hij schrijft? En moeten we dit stramien als speler ook volgen? Moeten we bijvoorbeeld geen verantwoording afleggen wanneer wij een politiek stuk van Ibsen zouden spelen?
Of, sterker nog, hoeven we zelfs geen politiek standpunt in te nemen? Of moeten we ons net verzetten tegen een dergelijke visie? De mening van de schrijver en zijn werk gaan voor ons, omdat we Ibsens werk én persoon onderzochten, hand in hand. Dit belet ons echter niet om onze eigen interpretatie en motivatie te vinden om Ibsens stukken te spelen. We kunnen Ibsens visie (met betrekking tot politieke verantwoordelijkheid, tot de verwoording van persoonlijke standpunten in artistiek werk) niet negeren, maar dit mag ons zeker niet tegenhouden om onze eigen invulling aan zijn teksten te geven. Uiteindelijk draait het om zijn toneelwerk, en de intrinsieke, artistieke waarde daarvan. Zijn persoonlijke (politieke) standpunten (en de eventuele sporen daarvan in zijn toneelwerk), spelen een rol, maar niet de hoofdrol.
Deze bedenkingen rond de relevantie van Ibsen voor hedendaagse theatermakers, bracht ons bij Steunpilaren van de maatschappij (1877), Een poppenhuis (1879), Hedda Gabler (1890) en John Gabriel Borkman (1896). Met die teksten zijn we aan de slag gegaan, met de toneeltekst Den Ibsen-tvilling als resultaat.
+++
Evgenia Brendes en Lauranne Paulissen
Evgenia Brendes en Lauranne Paulissen studeerden in 2014 af aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, opleiding Drama (AP Hogeschool Antwerpen). Evgenia Brendes liep tijdens haar opleiding stage bij Het Paleis in de voorstellingen Romeo en Julia onder leiding van Simon de Vos en Azen van Dimitri Leue. Lauranne Paulissen speelde in de productie Bloedbruiloft van Julie van den Berghe in samenwerking met Toneelgroep Amsterdam.
Noten
- Wat zoveel betekent als De Ibsen-tweeling. ↩
- In juni 2015 werd het stuk hernomen tijdens het ITs Festival in de Brakke Grond, Amsterdam. ↩
- Zie bijvoorbeeld J. Templeton, ‘The Doll house backlash: criticism, feminism, and Ibsen.’ Publications of the Modern Language Association of America, 104 (1989) 1, p. 28-40. ↩
- S. Van Der Poll, Henrik Ibsen – De zomer beschrijf je het best op een winterdag (brieven). Amsterdam 2011. ↩
- H. Ibsen, Verzameld werk 1. Amsterdam 1907. ↩
- H. Ibsen, Verzameld werk 3. Amsterdam 1907. ↩
- ‘Ik heb niet gelogen, niets verstopt.’ Interview met Maurice Lippens in De Tijd (19 september 2009), p. 2. ↩
- statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/huwelijken_echtscheidingen_samenwoning/echtscheidingen/, (5 augustus 2015). ↩